[vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Het vak metaal
Op het Pro – Emmen bestaat het vak metaal uit drie richtingen.
- Basisvaardigheden metaal. Branche opleiding van Kenteq;
- Machinale verspaning – draaien en frezen. Branche opleiding van Kenteq;
- Lassen Mig/Mag, Tig, Autogeen en Booglassen met beklede elektrode. Branche opleiding van het NIL.
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]Basisvaardigheden Metaal.
Bij deze branche gerichte opleiding van Kenteq ligt het accent op een aantal basisvaardigheden die je nodig hebt om in de metaal aan het werk te kunnen.
De meeste aandacht zal liggen op:
- aftekenen;
- handmatig metaal zagen;
- vijl bewerkingen uitvoeren;
- boren;
- conisch en vlak verzinken;
- handmatig draad snijden en tappen;
- meten en controleren;
- motivatie en werkhouding;
- veiligheid.
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/3″][vc_single_image image=”2467″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Basisvaardigheden metaal op het Pro –Emmen is gericht op het praktijkgedeelte van deze opleiding. De theorie word gegeven tijdens de praktijklessen metaal. Op het praktijk onderdeel moet je een voldoende scoren om het Kenteq praktijk certificaat te ontvangen.
Lassen:
- Mig/Mag lassen niveau 1 en 2, optie niveau 3;
- Tiglassen niveau 1, optie niveau 2;
- Booglassen met beklede elektrode niveau 1;
- Autogeen niveau 1
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]De las opleiding is de handvaardigheidsopleiding van het NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek)
Voordat de leerling aan de opleiding van het lassen niveau 1 begint zal deze eerst de opleiding van basisvaardigheden metaal moeten hebben doorlopen.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]Tijdens de lasopleiding zal veel aandacht worden besteed aan:
- tekeninglezen voor lassers;
- veiligheid bij het lassen;
- las processen;
- materiaal kennis;
- de lasboog;
- lastoevoegmaterialen;
- motivatie en werkhouding.
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/3″][vc_single_image image=”2468″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]De lasexamens worden afgenomen en beoordeeld onder auspiciën van het NIL. Bij een voldoende krijgt de leerling een erkent lascertificaat van het NIL.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”2469″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”2470″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Machinale verspaning:
- Conventioneel draaier;
- Conventioneel frezer.
Het accent van deze opleiding ligt op de basisvaardigheden van het conventionele draaien of frezen.
Voordat de leerling aan de opleiding van conventioneel draaier, frezer begint zal deze eerst de opleiding van basisvaardigheden metaal moeten hebben doorlopen.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]Draaien.
Tijdens de opleiding zal veel aandacht worden besteed aan:
- tekening lezen;
- werken volgens tekening;
- toerentallen en aanzetsnelheid;
- instellen van machines;
- Stellen en spannen van gereedschap en werkstuk;
- Draaien (langs en dwars, conisch, uitwendig en af- en insteken);
- Meten en controleren van werkstukken op maattoleranties, vorm- en plaatstoleranties en ruwheidswaarden;
- Beitels en boren slijpen;
- Meten met de schuifmaat.
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/3″][vc_single_image image=”2471″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]Frezen.
Tijdens de opleiding zal veel aandacht worden besteed aan:
- Tekening lezen;
- Meten met de schuifmaat, micrometer;
- Snijsnelheden bepalen;
- Instellen van machines;
- Boren van gaten
- Spannen van gereedschap en werkstuk;
- Werken volgens tekening;
- Meten en controleren van werkstuk op maattoleranties, vorm- en plaatstoleranties en ruwheidswaarden.
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/3″][vc_single_image image=”2472″ border_color=”grey” img_link_large=”” img_link_target=”_self” img_size=”medium”][/vc_column][/vc_row]