‘Werkhouding’.

We leren:
Een taak afmaken.
Met aandacht/nauwkeurig werken.
Luisteren naar adviezen.
Doorzetten als het moeilijk is.
Iets uit jezelf aanpakken.
Op tijd komen.
Opruimen.
Werken volgens plan.

Het vervolg is een uitbreiding naar specifieke competenties in werksituaties. Het thema van de sociale competenties wordt aangevuld met arbeidsspecifieke competenties.

We leren:
Problemen melden aan je baas.
Je verantwoordelijk voelen voor datgene wat je moet doen.
Omgaan met teleurstellingen:
– wat als je meer verwacht van je werk
– wat als je niet gelijk mag doen wat je graag wilt?
Arbeidsethos.